Ineens, totaal onverwacht was ze daar weer: Yvonne Keuls! Natuurlijk is schrijfster Yvonne Keuls nooit weggeweest, ze was er altijd en is er nog steeds. Maar nadat ik haar boeken eind jaren zeventig, begin jaren tachtig verslond, was mijn belangstelling voor haar verdwenen. Nu stonden de literaire bijlagen plotseling vol over een nieuw boek: Keuls over haar vriendschap met Hella Hasse. Vriendschap met wie?
Tussen 1977 en 1985 kocht ik de romans van Yvonne Keuls zodra ze uitkwamen en ik las ze in één ruk uit: Jan Rap en z’n maat (1977), over een opvanghuis, door Keuls en anderen opgericht, voor jonge dakloze delinquenten en verslaafden. De moeder van David S. (1980) over de moeder van de aan heroine verslaafde David S. Het verrotte leven van Floortje Bloem (1982), over een herione hoertje. En Annie Berber, het verdriet van een tedere crimineel (1985), over seksueelmisbruik van minderjarige jongens door een kinderrechter. Met rode oren en stijgende verbazing las hoe anders het leven van mensen van mijn leeftijd kan zijn. Ik was 18-25 jaar in die tijd. Er bestond een totaal andere wereld, dan de beschermende omgeving waarin ik ben opgegroeid. Een wereld die ik niet kende en waarvan ik het bestaan niet vermoedde. Keuls boeken waren voor mij lessen maatschappijleer en lessen in empathie.
Keuls stopte met het schrijven van sociaal realistische romans over jongeren. Het laatste deel: Annie Berber, had zoveel stof doen opwaaien, dat het voor Keuls onmogelijk was om op de ingeslagen weg door te gaan. Het is haar onmogelijk gemaakt. De kinderrechter die Keuls in haar boek aanklaagde, kende zij persoonlijk, hij zat in het bestuur en was mede financieerder van het opvanghuis waar zij in Jan Rap over schreef. ‘Een hele fijne en betrokken vent’, zo had ze hem leren kennen. Echter, de kinderrechter beheerde onder andere de uitkeringen waar minderjarige jongens recht op hadden, hij verstrekte hen het geld en vaak meer geld, maar daar moesten ze wel wat voor doen.
Als vrijwilligster in het opvanghuis werd Keuls wantrouwig toen ze merkte dat een aantal jongens in de loop van de zaterdagochtend nerveus werd. Op een gegeven moment gingen ze met elkaar weg, ze zeiden niet waarheen. Toen Keuls ze volgde zag ze dat ze om de hoek van de straat in een dure auto stapten die daar op hen stond te wachten, het bleek de dienstauto van de kinderrechter te zijn, bestuurd door zijn chauffeur. Een van de jongens vertelde haar later dat ze naar justitie werden gereden, de kantoren waar op zaterdag niemand was, dat de rechter daar op hen wachtte en seks met ze had. Na afloop werden ze weer netjes terug gebracht.
Keuls kon het verhaal niet geloven, want: zo’n aimabele rechter… en het verhaal van een verslaafd crimi-neeltje… Later vertelde andere jongens hetzelfde verhaal, ook jongens die elkaar niet kenden. De schrijfster ging op onderzoek, ontdekte het misbruik en hoe het werd georganiseerd, ze deed aangifte naar aanleiding van haar bevindingen.
Heruitgave 2015 op iniatief van de uitgever
Het werd Keuls duidelijk dat het structurele misbruik van Rueb bij de Haagse rechtbank en ook daarbuiten bekend was, en dat hij bovendien niet de enige was. Tot haar verbijstering merkte ze dat na publicatie van het boek er een schandaal ontstond rondom háár en niet om de kwestie waar het om zou moeten gaan. In Rapport Tommy publiceert ze een brief van de opgestapte rechter Jan van Lelyveld, die zich beklaagt bij Berger over diens bejegening van Keuls: "Dat de schrijfster voor haar kritiek de vorm koos van een roman is uiteraard haar zaak." Blijkens haar voorwoord plaatst Keuls zich inmiddels trots in de traditie van "Dickens, Böll, Zola, Multatuli en Brecht". Literatuur "is een uitstekende manier gebleken om de staat te controleren en te corrigeren", aldus Keuls. Yvonne Keuls - Hella Haase
Maak jouw eigen website met JouwWeb